Optische prisma's

Optische prisma's

Prisma's zijn massieve glasoptieken die zijn geslepen en gepolijst tot geometrische en optisch significante vormen. De hoek, positie en aantal oppervlakken helpen bij het definiëren van het type en de functie. Prisma's zijn blokken optisch glas met vlakke, gepolijste oppervlakken die onder nauwkeurig gecontroleerde hoeken ten opzichte van elkaar staan. Elk prismatype heeft een specifieke hoek waarin het lichtpad buigt. Prisma's worden gebruikt om licht af te buigen, te roteren, om te keren, te verspreiden of de polarisatie van de invallende straal te veranderen. Ze zijn handig voor het opvouwen van optische systemen of het roteren van afbeeldingen. Prisma's kunnen worden gebruikt om afbeeldingen om te keren en terug te draaien, afhankelijk van de toepassing. Zowel spiegelreflexcamera's als verrekijkers gebruiken prisma's om ervoor te zorgen dat het beeld dat u ziet in dezelfde richting staat als het object. Een belangrijk ding om in gedachten te houden bij het selecteren van een prisma is dat de straal reflecteert op meerdere oppervlakken binnen de optiek. Dit betekent dat de optische padlengte door het prisma veel langer is dan in een spiegel.

optische prisma's

Er zijn vier hoofdtypen prisma's, gebaseerd op verschillende functies: spreidingsprisma's, deviatie- of reflectieprisma's, rotatieprisma's en verplaatsingsprisma's. Afwijkings-, verplaatsings- en rotatieprisma's zijn gebruikelijk bij beeldvormingstoepassingen; dispersieprisma's zijn strikt gemaakt voor het verspreiden van licht en zijn daarom niet geschikt voor toepassingen die kwaliteitsbeelden vereisen. Elk prismatype heeft een specifieke hoek waaronder het lichtpad buigt. Een belangrijk ding om in gedachten te houden bij het selecteren van een prisma is dat de straal reflecteert op meerdere oppervlakken binnen de optiek. Dit betekent dat de optische padlengte veel langer is dan bij een spiegel.
Dispersieprisma's
De prismadispersie is afhankelijk van de geometrie van het prisma en de indexdispersiecurve ervan, gebaseerd op de golflengte en brekingsindex van het prismasubstraat. De hoek met minimale afwijking bepaalt de kleinste hoek tussen de invallende straal en de doorgelaten stralen. De groene golflengte van licht wijkt meer af dan rood, en blauw meer dan zowel rood als groen; rood wordt gewoonlijk gedefinieerd als 656,3 nm, groen als 587,6 nm en blauw als 486,1 nm.
Afwijkings-, rotatie- en verplaatsingsprisma's
Prisma's die van het straalpad afwijken, het beeld roteren of het beeld eenvoudigweg van de oorspronkelijke as verplaatsen, zijn nuttig in veel beeldvormingssystemen. Straalafwijkingen worden gewoonlijk gedaan onder hoeken van 45°, 60°, 90° en 180°. Dit helpt de systeemgrootte te verkleinen of het straalpad aan te passen zonder de rest van de systeemconfiguratie te beïnvloeden. Rotatieprisma's, zoals duivenprisma's, worden gebruikt om een ​​afbeelding te roteren nadat deze is omgekeerd. Verplaatsingsprisma's behouden de richting van het straalpad, maar passen de relatie ervan ten opzichte van de normaal aan.